24 september 2024 | Dossier: Wet- en regelgeving,

Agrarische producten vanaf 1 januari 2025 naar hoge btw-tarief

Het is definitief: vanaf 1 januari 2025 worden agrarische producten die nu onder het lagere tarief vallen, belast met het standaardtarief.

Btw

In de afgelopen jaren was er veel discussie over de btw op diervoeding. Soms werd het verlaagd tarief toegepast, dan weer niet. Ook was er discussie over de precieze definitie van een productiedier en gezelschapsdier. De overheid vond dat voor gezelschapsdieren sowieso al het hoge btw-tarief zou moeten gelden, maar dit was niet altijd houdbaar gezien de grote diversiteit aan gehouden dieren.

De overheid heeft meerdere keren de wet en de toelichting daarop aangepast, met als doel na een brede evaluatie van de btw een vereenvoudiging door te voeren. Dit betekent in de praktijk een verhoging van het btw-tarief. Het vorige kabinet heeft dat besluit genomen. Ondanks alle pogingen van Dibevo om dit samen met andere sectoren tegen te houden, blijft de overheid eraan vasthouden.

Het hoge btw-tarief voor agrarische producten zal de concurrentiepositie van Nederlandse ondernemers helaas verder onder druk zetten.

Update 25 oktober 2024: Op grond van de Wet OB 1968 zijn leveringen van bepaalde agrarische goederen belast tegen een verlaagd tarief, zoals peulvruchten en granen die niet als voedingsmiddel kwalificeren, pootgoed, vee, beetwortelen, land- en tuinbouwzaden, rondhout, stro, veevoeders, vlas en wol, zowel ruw als ongewassen. Dit verlaagde btw-tarief had te maken met de inmiddels afgeschafte landbouwregeling en wordt wordt dus ook per 1 januari 2025 afgeschaft.

Verder was er nog onduidelijkheid over de slachtafvallen. Dibevo heeft navraag gedaan en het uiteindelijke antwoord is dat ook slachtafvallen met ingang van 1 januari 2025 onder het algemene tarief vallen. Zie hiervoor tabel I bij de Wet op de omzetbelasting 1968, post a 4 (onder c). In het Belastingplan 2024 is (in artikel XVI) opgenomen dat deze post per 1 januari 2025 vervalt.