27 januari 2025 | Dossier: Wet- en regelgeving,

Beroep tegen positieflijst ingediend bij College van Beroep voor het bedrijfsleven

De afgelopen tijd hebben we samen met onze advocaat en het Platform Verantwoord Huisdierenbezit (PVH) intensief gewerkt aan de uitwerking van het bezwaar tegen de positieflijst. Inmiddels is er een beroep ingediend bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb).

Positieflijst

Het bezwaar bestaat uit 295 pagina’s, waarvan 57 pagina’s het eigenlijke beroep zijn. Dit beroep is een aanvulling op het eerder ingediende bezwaar. Daarnaast volgt er nog een deskundigenverslag over domesticatie. 

Dit zijn de belangrijkste gronden van ons beroep:

1. De lijst is in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel
  • De opdracht van het ministerie was te beperkend: een sterk vereenvoudigd toetsingskader is niet in lijn met zorgvuldig wetenschappelijk onderzoek.

  • De beoordelingssystematiek is te eenvoudig waardoor het resultaat onbetrouwbaar is geworden. Een Amerikaanse nerts vraagt bijvoorbeeld om een intensievere verzorging dan een Russische dwerghamster, maar volgens de systematiek is dat juist omgekeerd.

  • Standaard houderijoplossingen zijn ten onrechte buiten de systematiek gelaten. Voor kleine dieren die normaal gesproken binnenshuis worden gehouden, wordt het Nederlandse klimaat onterecht als een risico beschouwd. Bij gedomesticeerde soorten worden houderijoplossingen wel meegenomen, wat in strijd is met het beginsel van willekeur.

  • Veel diersoorten op de positieflijst zijn daar niet volgens de voorgeschreven systematiek op terechtgekomen. Dit geldt met name voor de gedomesticeerde soorten, die volgens de beoordeling grotendeels als niet houdbaar zouden zijn beschouwd. Bovendien is het begrip ‘domesticatie’ op een twijfelachtige manier gebruikt.
2. De lijst is in strijd met het voorzorgbeginsel

Veel soorten zijn van de lijst geweerd zonder aantoonbaar bewijs dat ze een reëel risico vormen. Er wordt enkel verwezen naar mogelijke gevaren.

3. Het beoordelingsschema is onjuist

Alle risicofactoren worden even zwaar beoordeeld, wat onjuist is.

4. Zoönosen worden onjuist beoordeeld

Bij zoönosen waarvan het risico uitsluitend verband houdt met dieren die in het wild zijn gevangen (wildvang), wordt het houden van de soort verboden, óók wanneer de gehouden dieren niet uit wildvang afkomstig zijn.

5. De lijst is in strijd met het evenredigheidsbeginsel

Voor veel diersoorten die niet op de positieflijst staan, zouden houderijmaatregelen voldoende bescherming bieden en tegelijkertijd minder verstoring veroorzaken voor de handel en de houderij.

Bovendien is niet aangetoond dat een positieflijst een effectief middel is om het beoogde doel te bereiken omdat er geen bewijs is dat dieren die niet op lijst staan structureel meer gezondheids- of welzijnsproblemen hebben dan soorten die wél op de lijst staan. Dit blijkt ook niet uit bijvoorbeeld de jaarverslagen van de LID.

Verder blijkt uit de cijfers over letselschade dat dergelijke ongelukken veel vaker voorkomen bij gedomesticeerde soorten die wel op de positieflijst staan, zelfs als je corrigeert voor het aantal gehouden dieren.

6. De lijst veroorzaakt een onevenredige belemmering van het handelsverkeer

De positieflijst gaat verder dan noodzakelijk is om het beoogde doel te bereiken. Het onderzoek voldoet niet aan de criteria om een handelsbelemmering te rechtvaardigen en kan niet worden onderbouwd met het voorzorgsbeginsel. Daarnaast is de lijst discriminerend ten opzichte van gedomesticeerde soorten.

7. Onzorgvuldige uitvoering

Het is onduidelijk in hoeverre het onderzoek door onafhankelijke deskundigen is uitgevoerd. De selectie van medewerkers is daarbij onvoldoende transparant. 

    Hoe nu verder

    Hoewel het bezwaar nu is ingediend, blijven we actief. 

    • We verzamelen aanvullend bewijs om onze standpunten verder te ondersteunen en bereiden we ons voor op het verweerschrift van het ministerie. 

    • Samen met het PVH gaan we bekijken of het zinvol is om voor bepaalde punten een voorlopige uitspraak te vragen. Dit is een uitdaging, omdat we moeten bewijzen dat er spoed is bij de beslissing en daarbij moeten we de zaak zo simpel maken dat deze geschikt is voor een voorlopige uitspraak. Met name dat laatste punt is een uitdaging; het hele proces is bepaald niet eenvoudig. 

    • Verder is het afwachten op het verweerschrift van de minister. Zodra dat er is, reageren we daarop.

    • Daarna volgt de mondelinge toelichting van ons beroep bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). Gezien de drukte bij het CBR kan het nog een behoorlijke tijd duren voordat de zaak behandeld wordt.

    Een lang en complex proces

    Het bezwaar tegen de positieflijst is een lang en complex proces. Ook als je niets hoort, kun je ervan uitgaan dat we ook op dit onderdeel hard voor je aan het werk zijn.