15 december 2025 | Dossier: Bedrijfsvoering,

De digitale euro heeft voordelen, maar baart ook zorgen

De digitale euro bestaat nog niet, maar de voorbereidingen zijn al jaren bezig. Als het aan de Europese Centrale Bank (ECB) ligt, kan dit nieuwe betaalmiddel rond 2029 worden ingevoerd. De digitale euro moet digitaal betalen mogelijk maken, ook zonder internetverbinding. Dat klinkt handig, maar het plan roept ook vragen en zorgen op. Zeker bij ondernemers.

Digitale euro

Wat is het eigenlijk?

Zie de digitale euro als contant geld op je telefoon of op een (aparte) betaalkaart. Het is geen cryptomunt. En het moet naast de bestaande betaalmiddelen blijven bestaan, zoals pin en contant.

Waarom dat ‘zonder internet’ zo’n punt is? Omdat je dan ook kunt afrekenen als het netwerk eruit ligt. Handig bij een storing, of als er op een drukke zaterdag ineens niets meer door de lijn wil.

Wanneer wordt het serieus?

Intussen is het plan nog kneedbaar. In 2025 wordt er aan de techniek gesleuteld en worden regels uitgewerkt. Rond 2026 moet de Europese politiek bepalen of de wetgeving er komt, en wat er dan precies verplicht wordt. Daarna volgen naar verwachting testfases in 2027 en 2028, voordat een brede invoering richting 2029 überhaupt in beeld komt. Die planning is trouwens geen beton; als het debat vastloopt, schuift alles op.

Waarom wil de ECB dit?

De ECB noemt drie redenen. Ten eerste loopt het gebruik van contant geld terug, terwijl de ECB wil dat mensen toegang houden tot publiek geld. Ten tweede wil Europa minder afhankelijk zijn van grote, vaak niet-Europese betaalbedrijven. En ten derde moet betalen beter bestand zijn tegen storingen en cyberproblemen.

Waar komt de weerstand vandaan?

Retailers willen weten wie de rekening betaalt. Komt er een extra betaalmiddel bij dat je móet ondersteunen? Worden transactiekosten hoger dan bij pin? En is acceptatie straks verplicht of blijft het een keuze? Als de digitale euro aan de kassa duurder uitpakt, wordt het al snel een oplossing waar niemand om gevraagd heeft.

Bij consumenten draait de discussie vooral om privacy. De ECB belooft dat offline betalen ‘cash-achtig’ privé is. Toch blijft de vrees dat betaalgedrag uiteindelijk toch te volgen wordt, via regels, koppelingen of technische achterdeurtjes. En banken kijken weer met andere ogen: als mensen geld verplaatsen naar de digitale euro, kan dat gevolgen hebben voor spaargeld en de manier waarop banken leningen financieren.

Wat betekent dit voor onze branche?

Op korte termijn verandert er niets; pin, contant en mobiel blijven de norm. Toch zijn er drie dingen die straks relevant kunnen worden voor dierenspeciaalzaken, trimsalons, pensions en andere huisdierprofessionals.

Kosten gaan alles bepalen. In een branche waar marges niet eindeloos zijn, telt elke cent per transactie. Als de digitale euro duurder is dan pin, is de animo laag, hoe mooi het verhaal eromheen ook klinkt.

Storing-bestendig afrekenen kan een plus zijn. Op piekmomenten wil je geen rij die stilvalt omdat de verbinding hapert. Een offline betaaloptie kan dan handig zijn; vooral bij drukte aan de balie.

En dan is er de vraag waar het debat straks echt om draait: keuzevrijheid. Als je zelf mag bepalen of je dit aanbiedt, kun je het afwegen op nut en kosten. Als acceptatie verplicht wordt, gaat het meteen over werkbaarheid, aanpassingen aan systemen en een eerlijk kostenplaatje.

Kort samengevat

Kort samengevat: de digitale euro is onderweg, maar nog geen vaststaand feit. De komende jaren worden bepalend; in 2026 moet de politiek kleur bekennen, en pas richting 2029 wordt duidelijk of ondernemers er echt mee te maken krijgen. Voor onze branche is de hoofdvraag simpel: wordt dit een handige extra optie, of een verplichting met een prijskaartje?