Dibevo maakt zich grote zorgen over de penibele situatie van dierenpensions. Ondanks de verruimde steunmaatregelen, staat een flink aantal pensions op omvallen. Dat is niet alleen een tragedie voor de pensions zelf, maar kan uitlopen op een drama voor het dierenwelzijn. Er is namelijk een enorm aantal honden en katten aangeschaft in coronatijd. Waar moeten al die dieren blijven als mensen straks weer op vakantie gaan. Aan een boom op de Veluwe?
Uit het petpopulatie-onderzoek van 2019 bleek al dat er een heel stabiele vraag is naar logeeradressen in dierenpensions. Naar schatting verbleven er in dat jaar bijna 190.000 honden en katten één of meerdere keren in een pension.
Iedereen kan op zijn vingers natellen dat er na de aanschaf van nog eens honderduizenden ‘coronadieren’ extra logeercapaciteit nodig is als deze huisdierbezitters weer op vakantie gaan. Die capaciteit is zeker niet voorhanden als pensions door onvoldoende steun de zomer niet halen. Zonder professionele opvang dreigt er een dierenwelzijnsdrama te ontstaan.
Geen perspectief op snel herstel
Dibevo heeft daarom opnieuw aandacht gevraagd bij de overheid voor deze situatie. Veel dierenpensions hebben afgelopen zomer net genoeg gedraaid om te overleven tot het begin van de winter. Die periode is nu voorbij: men leeft zwaar op de reserves en er is geen perspectief op snel herstel. Dibevo heeft bij het kabinet met klem aangedrongen op ruimhartiger steun voor deze zwaar getroffen sector.
Het laatste steunpakket heeft weliswaar tot verbeteringen geleid, maar het punt is dat dierenpensions seizoensbedrijven zijn met sterk wisselende omzetten. Daardoor pakt de kwartaalbenadering van de steunmaatregelen ongunstig uit. Een aantal pensions heeft om die reden een deel van de steun moeten terugbetalen.
Daarom heeft Dibevo de overheid opgeroepen om ook inkomenssteun te leveren. Dat is bittere noodzaak want vrijwel het gehele ondernemersinkomen van pensions is weggevallen. De tegemoetkoming in de kosten is verruimd, maar het bieden van inkomenssteun is voor de overheid nog steeds een brug te ver gebleken.