Soms lijkt het wel of het aantal misverstanden gelijke tred houdt met het aantal teken in ons land. Dierenarts, docent en HKI-voorzitter Jan van Mameren praat ons bij over de elf meest gehoorde misverstanden over teken.
1) Teken zijn net zo gemakkelijk voorkomen als vlooien
Nee, dat is niet waar. Teken doet een dier buiten op, in het gras of in het bos. Terwijl vlooien juist binnenshuis leven en zich daar op het dier ook voortplanten. Hoewel je natuurlijk wel een bestrijdingsmiddel op de hond of kat kunt aanbrengen dat ervoor zorgt dat beduidend minder teken de verhuizing van gras naar dier overleven, kun je het bos niet behandelen.
Geen enkel tekenmiddel biedt op de hond honderd procent bescherming, dus dieren kunnen toch nog gebeten worden. Bij de kat is tekenbestrijding nog lastiger. De stoffen in anti-tekenmiddelen hechten zich slechter aan de kat dan aan de hond waardoor er maar weinig middelen zijn die de kat echt goed langdurig beschermen.
2) Teken planten zich snel voort
De hele cyclus van ei, tot larf, tot nimf tot volwassen teek duurt maar liefst drie tot vier jaar. Als de vrouw eitjes heeft gelegd, gaat ze vaak dood. Ze legt dus maar één keer eitjes en dat zijn er wel duizend tot drieduizend. Een tekendame ‘ontploft’ als het ware van de eitjes en die kunnen in principe allemaal op één hond terechtkomen.
- - -
Het volledige artikel met alle elf misverstanden over teken is te lezen in het aprilnummer van het Dibevo-Vakblad.