Gemeenten houden zich opnieuw niet aan de eigen afspraken met het Rijk om de onroerend zaakbelasting (OZB) niet te veel te laten stijgen. Dat constateert MKB-Nederland op basis van cijfers van het COELO.
Treurige tendens
Dit jaar komt de OZB opbrengst uit bedrijfspanden (niet-woningen) gemiddeld 3,4 procent hoger uit dan in 2013. Dat is bijna een procent meer dan het Rijk voor dit jaar als maximum stijgingspercentage heeft vastgesteld. Een andere treurige tendens is dat de verhoging voor ondernemers fors, soms wel tot ruim 50 procent, hoger is dan die voor inwoners.
MKB-voorzitter Michaël van Straalen roept gemeenten op om verlichting van de lastendruk voor ondernemers hoog op de agenda te zetten bij de behandeling van de lokale Voorjaarsnota.
Dalingen en stijgingen
Regionaal gezien laten de Coelo-cijfers grote verschillen zien. In de provincies Groningen en Noord-Holland stijgt de OZB met gemiddeld 5,2 en 4,6 procent het meest. Daar tegenover staan de provincies Utrecht en Zuid-Holland die met 2,0 en 2,4 procent onder de norm blijven.
Een handvol gemeenten verdient een pluim, omdat zij de OZB voor niet-woningen met meer dan 10 procent hebben verlaagd. Den Haag scoort het best met een daling van 17,7 procent.