Per 1 juli 2017 gaan de brutobedragen van het wettelijk minimumloon en het minimumjeugdloon voor medewerkers van 23 jaar en ouder omhoog naar:
- € 1.565,40 per maand
- € 361,25 per week
- € 72,25 per dag
Brutobedragen per leeftijd
Op Rijksoverheid.nl vind je een tabel met de brutobedragen van het wettelijk minimumloon per leeftijd.
Verhoging minimumjeugdloon
De overheid wil dat het volledige wettelijk minimumloon gaat gelden voor werknemers van 21 jaar en ouder. En dat het loon van werknemers tussen de 18 en 21 jaar omhoog gaat.
Stappenplan
Werknemers van 23 jaar en ouder hebben nu recht op een volledig wettelijk minimumloon. Jongere werknemers krijgen een vast percentage van dit minimumloon. Dit is het minimumjeugdloon. De overheid past dit in 2 stappen aan.
Stap 1
Voor 18-, 19-, 20- en 21-jarigen gaat het vaste percentage van het wettelijk minimumloon omhoog. Voor 22-jarigen gaat dit naar 100%. Zij hebben dan recht op een volledig wettelijk minimumloon. Stap 1 gaat in per 1 juli 2017.
Stap 2
Voor 18-, 19-, 20-jarigen gaat het vaste percentage van het wettelijk minimumloon verder omhoog. Voor 21-jarigen gaat dit naar 100%. Zij hebben dan recht op een volledig wettelijk minimumloon. Stap 2 gaat in per 1 juli 2019.
Stappenplan minimumloon
Leeftijd | nu | stap 1 | stap 2 |
23 jaar en ouder | 100% | 100% | 100% |
22 jaar | 85% | 100% | 100% |
21 jaar | 72,5% | 85% | 100% |
20 jaar | 61,5% | 70% | 80% |
19 jaar | 52,5% | 55% | 60% |
18 jaar | 45,5% | 47,5% | 50% |
17 jaar | 39,5% | 39,5% | 39,5% |
16 jaar | 34,5% | 34,5% | 34,5% |
15 jaar | 30% | 30% | 30% |
Achtergrond
Werknemers jonger dan 23 jaar krijgen nu niet het volledige wettelijk minimumloon. Zij krijgen maar een vast percentage hiervan. De overheid wil dat het volledige wettelijk minimumloon gaat gelden voor werknemers van 21 jaar en ouder. En dat het loon van werknemers tussen de 18 en 21 jaar omhoog gaat.
Redenen om het minimumloon te laten gelden voor werknemers van 21 jaar en ouder zijn:
- Ouders hebben een wettelijke onderhoudsplicht voor hun kind totdat het 21 jaar is. Daarna moet het kind voor zichzelf zorgen.
- Steeds meer jongeren van 21 en 22 jaar wonen op zichzelf. En hebben meer kosten dan thuiswonende jongeren van dezelfde leeftijd. Met meer loon kunnen zij makkelijker hun lasten dragen.
- Werkgevers belonen werknemers steeds meer op basis van opleiding en ervaring dan op basis van leeftijd. In een aantal cao’s is er al geen jeugdloonschaal meer.
- Veel jongeren hebben op hun 21e al een diploma en gaan dan fulltime werken.
- Het huidige minimumjeugdloon voor 21- en 22-jarigen past niet bij het uitgangspunt dat werknemers voor gelijke werkzaamheden een gelijk loon moeten krijgen.
- In veel landen hebben jongeren van 21 jaar al recht op een volledig wettelijk minimumloon.
Maatregelen voor werkgevers
Werkgevers moeten meer loon gaan betalen voor 18- tot en met 22-jarigen. Dit leidt tot hogere loonkosten. En dit kan dan weer van invloed zijn op de werkgelegenheid van jongeren. Die kan minder worden.
Een aantal maatregelen om dit zoveel mogelijk te voorkomen:
- Werkgevers krijgen tijd om in te spelen op de nieuwe situatie. De plannen worden namelijk niet in 1 keer, maar in 2 stappen ingevoerd. Na 1 jaar wordt gekeken naar de ontwikkeling in de arbeidsmarktpositie van jongeren tussen de 18 en 22 jaar. Wijkt die af van die van andere leeftijdsgroepen? Dan neemt de overheid aanvullende maatregelen.
- Werkgevers moeten 21- en 22-jarigen het volledige minimumloon gaan betalen. Voor werknemers die meer dan 1248 uur per kalenderjaar werken, kunnen zij een deel van de loonkostenstijging terugkrijgen. Dit gaat via de compensatieregeling: Lage-inkomensvoordeel (LIV). Vanaf stap 1 geldt deze regeling alleen nog voor 22-jarigen. Vanaf stap 2 geldt dit ook voor 21-jarigen.
- Werkgevers moeten 18- tot en met 21-jarigen meer minimumloon gaan betalen. Zij kunnen een deel van hun loonkostenstijging terugkrijgen via de compensatieregeling: Tegemoetkoming verhoging minimumjeugdloon. Vanaf stap 2 geldt deze regeling niet meer voor 21-jarigen. Voor hen kunnen werkgevers dan gebruikmaken van het Lage-inkomensvoordeel (LIV).
- Werkgevers die leerwerkplekken aanbieden hoeven het verhoogde minimumjeugdloon niet te betalen aan 18-, 19- en 20-jarigen. Ze moeten dit wel betalen aan 21- en 22-jarigen. Maar hiervoor kunnen zij dan weer gebruikmaken van de compensatieregeling: Lage-inkomensvoordeel (LIV). En zo een deel van hun loonkostenstijging terugkrijgen.
Bron: Rijksoverheid