Vanaf 1 januari 2026 geldt er een nieuwe cao voor uitzendkrachten. Deze cao komt voort uit nieuwe adviezen, rechtspraak en het wetsvoorstel 'Meer zekerheid flexwerkers'. Voor ondernemers die gebruikmaken van uitzendkrachten betekent dit belangrijke wijzigingen in de beloning en rechtspositie van flexwerkers.
De kern van de nieuwe afspraken is dat uitzendkrachten minstens even goed af moeten zijn als vaste medewerkers die hetzelfde werk doen. Niet elke voorwaarde hoeft identiek te zijn, maar het totale pakket moet in balans zijn.
- Essentiële voorwaarden (zoals loon, vakantiedagen en loon bij ziekte) moeten minimaal gelijkwaardig zijn.
- Overige voorwaarden (zoals pensioen) tellen mee in de eindafweging.
Een voorbeeld: krijgt een vaste medewerker 10% vakantiebijslag en de uitzendkracht 8%, dan moet het verschil op een andere manier worden gecompenseerd, bijvoorbeeld in het loon. Let op: voordelen die uitzendkrachten via de uitzend-cao hebben, mogen niet gebruikt worden om op basisvoorwaarden te korten.
Aangepaste rechtspositie
Naast de beloning verandert ook de contractstructuur:
- Korter fasesysteem: Fase B (het tweede type uitzendcontract) wordt teruggebracht van drie naar twee jaar (maximaal zes contracten).
- Langere onderbrekingstermijn: de ketenregeling telt contracten mee die binnen vijf jaar zijn afgesloten (nu zes maanden).
- Geen oproepcontracten meer: alleen bandbreedtecontracten zijn nog toegestaan.
- Wel flexibiliteit: uitzendondernemingen blijven flexibeler dan gewone werkgevers.
Wat betekent dit voor jou?
Het uitzendbureau regelt de beloning, maar als ondernemer moet je alle arbeidsvoorwaarden van je bedrijf aanleveren. Alleen dan kan het uitzendbureau een correcte vergelijking maken. Op wijzerbelonen.nl vind je hulpmiddelen en uitleg. Ons advies: ga nu al in gesprek met je uitzendbureau om goed voorbereid te zijn op 1 januari 2026.
