Vanaf 1 januari 2025 gelden er nieuwe regels voor iedereen die kameelachtigen (zoals lama's en alpaca's) en hertachtigen (zoals edelherten en damherten) houdt. Dit geldt niet alleen voor professionele houders, maar ook voor particuliere eigenaren. Hieronder leggen we uit wat er precies verandert en waar je rekening mee moet houden.
De nieuwe regelgeving is belangrijk om snel te kunnen handelen bij een dierziektecrisis of problemen voor de volksgezondheid. Dit komt voort uit de Europese Diergezondheidsverordening.
UBN verplicht voor alle houders
Vanaf 1 januari 2025 is het verplicht om een Uniek Bedrijfsnummer (UBN) aan te vragen. Hierin geef je aan hoeveel dieren je verwacht te houden op 1 april 2025. De aantalsklassen zijn als volgt:
Voor kameelachtigen:
- 1-10 dieren
- 11-25 dieren
- 26+ dieren
Voor hertachtigen:
- 1-25 dieren
- 26+ dieren
Verplichte identificatie van dieren
De dieren moeten worden geïdentificeerd met een chip of oormerk. Voor kameel- en hertachtigen zijn er op dit moment nog geen goedgekeurde oormerken. Omdat kameelachtigen meestal al met een chip worden gemerkt gaat de verplichting tot identificatie voor deze groep dan ook direct in vanaf 1 januari 2025. Voor hertachtigen gaat de verplichting in zodra de regelgeving rondom oormerken gereed is, naar verwachting op 1 juli 2025. Kameelachtigen moeten geïdentificeerd worden vanaf 9 maanden, voor hertachtigen volgt de leeftijd nog.
UBN aanvragen en import/export
Heb je hert- of kameelachtigen en exporteer of importeer je deze dieren naar of uit een EU-land? Dan heb je sinds 5 juni 2023 al een geldig UBN nodig voor het gezondheidscertificaat. Je vraagt een UBN eenvoudig zelf aan via Mijn RVO. Ook de ontvanger of verzender in het buitenland moet bij de overheid in dat land een geldige registratie hebben.
Als je al een UBN hebt (bijvoorbeeld voor runderen of geiten), hoef je geen nieuw nummer aan te vragen. Je kunt de diersoort hertachtigen of kameelachtigen toevoegen aan je bestaande UBN via Mijn RVO.
Administratie bijhouden
Na identificatie moet je als houder een administratie bijhouden. De administratie is vormvrij, maar moet wel bij een controle kunnen worden getoond. Dit houdt in:
- Bij identificatie: Noteer het chipnummer in je eigen administratie.
- Bij vertrek van een dier: Registreer het chipnummer, de afvoerdatum en het UBN van bestemming.
- Bij aanvoer van een dier: Registreer het chipnummer, de aanvoerdatum en het UBN van herkomst.
Voor kameelachtigen hoef je geen meldingen te doen in het I&R-systeem, zoals dat wel het geval is bij bijvoorbeeld schapen en geiten.
Meer informatie
Wil je meer weten over de nieuwe regelgeving en hoe je een UBN kunt aanvragen? Kijk dan op de website van de RVO.