10 juli 2014

Werkgever moet voortaan vergoeding betalen bij onvrijwillig ontslag

Werkgever moet voortaan vergoeding betalen aan iedere medewerker bij onvrijwillig ontslag.

Heb je een werknemer in dienst voor bepaalde tijd? En denk je er over na om het contract te verlengen? Houd er dan rekening mee dat je vanaf 1 juli 2015 een transitievergoeding moet betalen aan elke werknemer waarvan het arbeidscontract niet wordt verlengd. Nu geldt deze vergoeding alleen bij ontslag van werknemers met een vaste aanstelling.

Transitievergoeding

Op dit moment mag de werkgever het contract van de werknemer met een arbeidscontract voor bepaalde tijd beëindigen als het contract afloopt en hij zich aan de opzegtermijn van een maand houdt. Er zijn dan geen extra kosten. Maar dat gaat veranderen. Werknemers hebben vanaf 1 juli 2015 recht op een standaard vergoeding (transitievergoeding) bij onvrijwillig ontslag. Deze vergoeding kan de werknemer inzetten voor scholing of begeleiding naar ander werk om de overgang naar een andere baan te vergemakkelijken.

De werknemer heeft recht op transitievergoeding als hij minimaal 24 maanden in dienst is geweest. De vergoeding wordt niet opgebouwd voor jongeren onder de 18 jaar die minder dan 12 uur per week hebben gewerkt. Ook geldt de vergoeding niet voor medewerkers die de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken of in geval van ontslag vanwege ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer.

Bedrag transitievergoeding

De vergoeding bedraagt een derde maandsalaris per dienstjaar (het recht geldt al per half jaar) over de eerste 10 gewerkte jaren. Daarna geldt een half maandsalaris. De maximaal te bereiken vergoeding bedraagt € 75.000,- bruto, of een jaarsalaris als dit € 75.000,- of meer bedraagt.

Voorbeelden berekening transitievergoeding

Voorbeeld 1:

Een medewerker van 22 jaar is 3 jaar in dienst op 1 augustus 2015. Zijn arbeidscontract voor bepaalde tijd loopt af en wordt niet verlengd. Hij werkt fulltime en verdient € 1.600,- inclusief vakantiegeld, etc. Als transitievergoeding krijgt hij een bedrag mee van € 1.600,-. (3*1/3 van 1600 = 1600).

Voorbeeld 2:

Een medewerker van 20 jaar is 3 jaar in dienst op 1 juli 2015. Ook voor hem geldt dat hij in zijn derde contract zit en deze wordt niet verlengd. Medewerkers tot 18 jaar bouwen geen transitievergoeding op, mits minder dan 12 uur per week gewerkt. Voor deze medewerker gold dat. Hij verdient € 900,- per maand. Nu geldt voor de berekening van de transitievergoeding dat alleen de jaren boven de 18 jaar meetellen, dus 2 jaar. Als transitievergoeding krijgt deze medewerker € 600,- mee (2*1/3 van 900 = 600).

Bron: Rijksoverheid