11 augustus 2025 | Dossier: Dierenwelzijn, Wet- en regelgeving,

Verbied slechte dierhouders, niet de dieren zelf

Begin deze maand verscheen in De Volkskrant een opiniestuk van Eva Schippers (Stichting AAP), waarin de positieflijst wordt gepresenteerd als dé oplossing voor dierenleed. Zo'n stellig verhaal vraagt om een reactie die recht doet aan de feiten en de praktijk. Daarom hebben we onderstaande brief ingestuurd naar de redactie van De Volkskrant.

- - -

Verbied slechte dierhouders, niet de dieren zelf

Eva Schippers van Stichting AAP pleitte in deze krant voor het handhaven van de huis- en hobbydierenlijst (ook bekend als de positieflijst) als dé manier om dierenleed te voorkomen. Dat lijkt een sympathieke en overzichtelijke oplossing: stel een lijst op met zoogdieren die mensen mogen houden, en verbied de rest. Maar deze aanpak is een gevaarlijke versimpeling van een complexe werkelijkheid. De positieflijst is geen zorgvuldig afgewogen maatregel, maar een bot beleidsinstrument dat niet alleen tienduizenden verantwoordelijke dierhouders criminaliseert, maar ook leidt tot een verslechtering van het dierenwelzijn.

De belangrijkste denkfout achter de positieflijst is dat het probleem bij het dier zelf zou liggen. Maar dat klopt niet. Stichting AAP vangt dieren op zoals apen en grote katten (denk aan servals) die vaak worden gekocht als statussymbool, terwijl mensen er niet goed voor kunnen zorgen. Dat is een serieus probleem, waar regels voor nodig zijn. Maar je kunt de problemen met een serval of aap niet gelijkstellen aan het houden van een Russische dwerghamster of chinchilla. Toch doet de positieflijst dat wel.

Een onwerkbaar verbod op gewone huisdieren

De positieflijst lijst maakt geen onderscheid tussen gevaarlijke roofdieren en kleine huisdieren die al tientallen jaren zonder noemenswaardige problemen worden gehouden. Een goede reden om geen serval in een flat te willen, wordt nu gebruikt om bijvoorbeeld óók de Russische dwerghamster te verbieden. Terwijl dat dier door Stichting AAP helemaal niet wordt opgevangen.

De Russische dwerghamster werd verboden omdat hij niet tegen ons klimaat zou kunnen. Dat is een nogal onzinnige reden, want het dier leeft binnenshuis. Dit gold ook voor 47 andere kleine zoogdiersoorten die op basis van hetzelfde argument van de lijst zijn verdwenen. Voor kleine dieren die normaal gesproken binnenshuis worden gehouden, wordt het Nederlandse klimaat onterecht als een risico beschouwd.

Probleemgevallen als maatstaf gebruiken

De problemen met een handvol complexe, exotische diersoorten worden gebruikt als maatstaf voor álle andere huisdieren. Daardoor is een rationeel gesprek over welk dierhouderschap acceptabel is, niet meer mogelijk. Regels die bedoeld zijn voor het weren van roofdieren en apen, worden zonder nuance toegepast op knaagdieren. Zo wordt de positieflijst een slecht werkende regel: niet goed voor de dieren, niet goed voor hun eigenaren, en vooral niet goed voor het dierenwelzijn.

Slordig en niet onafhankelijk tot stand gekomen

Schippers stelt dat de lijst net zo betrouwbaar is als de veiligheidsregels voor een waterkoker. Maar de werkelijkheid is anders. De lijst is slordig opgesteld en wetenschappelijk zwak onderbouwd. In bezwaarprocedures en tijdens de rechtszaak van 31 juli is duidelijk geworden dat het onderzoek niet goed is uitgevoerd:

  • De deskundigheid ontbrak. De mensen die het onderzoek uitvoerden waren geen experts voor alle diersoorten. Ze gaven zelfs aan ‘verrast te zijn door de grote mate van diversiteit binnen het dierenrijk’.
  • Er was geen onafhankelijkheid. Het belangrijkste deel van het onderzoek werd gedaan door ambtenaren van het ministerie. Sommige van hen beoordeelden later zelf de diersoorten waar ze eerder de regels voor opstelden.
  • Het beoordelingssysteem was te simpel. De lijst werd gebaseerd op zeventien ja/nee-vragen. Daarbij werd geen rekening gehouden met de manier waarop ervaren dierhouders problemen kunnen ondervangen.

Dat uiteindelijk maar dertig van de 314 gehouden diersoorten als ‘geschikt’ werden beoordeeld, zegt meer over de methode dan over de dieren zelf. Veel van deze soorten worden al decennialang probleemloos gehouden.

Oneerlijke uitzonderingen

De positieflijst is bovendien oneerlijk. 19 van de 30 goedgekeurde diersoorten kregen een uitzonderingspositie, waaronder honden, paarden en varkens. Volgens het eigen onderzoek horen veel van deze dieren juist tot de groep met het grootste risico op schade of ongeschikte huisvesting. Uit rapporten van de diereninspectie (LID) blijkt dat de meeste welzijnsproblemen zich voordoen bij honden en katten; de dieren die wél op de lijst staan. Stichting AAP waarschuwt voor servals, maar vergeet dat honden en paarden jaarlijks voor veel meer incidenten zorgen.

Verbod duwt dieren ondergronds

Het grootste risico van de positieflijst is dat dieren uit zicht verdwijnen. Een verbod haalt dieren niet van de markt, maar duwt ze in de illegaliteit. Daar ontbreekt elk toezicht, en vragen eigenaren uit angst voor sancties minder snel om hulp. Dat vergroot de kans op dierenleed. Precies wat de lijst zegt te willen voorkomen. Dat dieren niet meer worden geboren, betekent niet dat leed wordt voorkomen. De vraag naar bijzondere dieren verplaatst zich naar andere kanalen, vaak met minder toezicht. Zo verdwijnt juist de bescherming.

Wat wél werkt

Dierenleed los je niet op met een slordig en ondoordacht lijstje. Laten we kiezen voor een aanpak die wél werkt: een systeem dat kijkt naar de kennis en verantwoordelijkheid van de eigenaar, met duidelijke en eerlijke regels per dier. Dán los je de problemen pas echt op.


Mr. G.R.M. van den Assum is voorzitter van Dibevo, de brancheorganisatie voor ondernemers in de huisdierenbranche. Als voormalig advocaat en ondernemer heeft hij jarenlange ervaring met complexe dossiers op het snijvlak van regelgeving, dierenwelzijn en ondernemerschap. Binnen Dibevo zet hij zich in voor beleid dat recht doet aan zowel het welzijn van dieren als de verantwoordelijkheid van huisdiereigenaren en ondernemers.