Ook dit jaar is de premie voor de WGA weer gestegen. Daarnaast zit er een addertje onder het gras: de manier van berekenen is veranderd waardoor nog meer werkgevers de torenhoge maximumpremie gaan betalen. In veel gevallen kan het lonend zijn om eigenrisicodrager voor de WGA te worden.
Werkgevers die de gedifferentieerde WGA-premie nog aan het UWV afdragen, zullen de komende jaren een steeds hogere premie betalen; ook al verandert er in het bedrijf helemaal niets. De reden is eigenlijk simpel: naarmate meer werkgevers uittreden, moet het UWV het risico over minder werkgevers verdelen.
Eigenrisicodragen WGA
Wanneer een werkgever ervoor kiest om eigenrisicodrager van de WGA te worden, is hij tien jaar lang zelf verantwoordelijk voor de WGA-uitkeringslasten van (ex‑)werknemers. Dat betekent dat hij ook gedurende tien jaar verantwoordelijk is voor de re-integratie van zijn (ex-)werknemers met een WGA-uitkering. Dat risico brengt de werkgever onder bij een verzekeraar. Hij betaalt daarvoor een vaste premie aan de verzekeraar. Daar staat tegenover dat de werkgever dan geen gedifferentieerde WGA-premie meer aan UWV betaalt.
De premie van de verzekeraar is in veel gevallen lager dan de premie van UWV. Om een idee te geven: uitgaande van een loonsom van € 100.000,- betaalt u ongeveer € 600,- aan UWV. De premie van de verzekeraar bedraagt in dat geval niet meer dan circa € 300,-