Bijna de helft van de Nederlandse huishoudens heeft een huisdier. Maar waar komen al die dieren eigenlijk vandaan? In het jaarlijkse huisdierenonderzoek van Ipsos I&O, uitgevoerd in opdracht van Dibevo en de Nederlandse Voedingsindustrie Gezelschapsdieren (NVG), is huisdiereigenaren onder andere gevraagd waar zij hun dier hebben aangeschaft. De uitkomsten geven een divers en soms verrassend beeld, dat sterk verschilt per diersoort.
Honden en katten: minder uit het asiel, vaker via bekenden
Voor honden blijft de Nederlandse fokker het populairste kanaal: 42% van de hondeneigenaren haalde hun dier hier. Daarna volgen online platforms zoals Marktplaats en Facebook (19%). Het aandeel honden dat uit een Nederlands asiel komt, daalde opnieuw – van 14% in 2022 naar 6% in 2025.
Opvallend is de toename van honden die via familie of vrienden in huis komen: van 11% vorig jaar naar 14% nu. Bij katten is het beeld anders. Zij komen het vaakst via bekenden (32%) of uit een asiel (24%). Deze verhoudingen zijn de afgelopen jaren relatief stabiel. Ongeveer 20% van de katten wordt via online advertenties aangeschaft.
Aanschaf via ongereguleerde kanalen neemt toe
De gedachte dat kleine huisdieren vooral uit dierenspeciaalzaken en tuincentra komen, klopt slechts deels. Zo worden konijnen inmiddels vaker via online advertenties (27%) of via familie of vrienden (21%) aangeschaft. De aankoop via opvang daalde flink: van 18% naar 10%. Minder dan een derde van de konijnen komt nog uit een dierenwinkel of tuincentrum.
Knaagdieren worden relatief vaker in de dierenspeciaalzaak (32%) of het tuincentrum (9%) gekocht, maar ook hier winnen informele kanalen terrein. Aquariumvissen worden het meest gekocht bij de dierenspeciaalzaak (42%) of tuincentrum (25%). Vijvervissen komen opvallend vaak van bekenden (27%). Sier- en zangvogels worden vooral via online advertenties (25%) aangeschaft, terwijl pluimvee meestal via het eigen netwerk (37%) binnenkomt.
Sterke band tussen mens en dier blijft overeind
De plek waar een dier vandaan komt, lijkt weinig invloed te hebben op de band die daarna ontstaat. Ondanks prijsdruk en drukke levens blijven mensen loyaal aan hun dier. Als een huisdier eenmaal in huis is, wordt er nauwelijks op bezuinigd. Gemiddeld geven huishoudens €53 per maand uit aan diervoer en €15 aan dierbenodigdheden. Hondeneigenaren besteden het meest aan voer (€76), terwijl knaagdierbezitters relatief veel uitgeven aan benodigdheden (€21).
Twee derde van de huisdiereigenaren zegt dat prijsstijgingen hun uitgaven aan voer niet hebben beïnvloed. Als het uitgavenpatroon wel werd aangepast, koos men meestal voor aanbiedingen of goedkopere alternatieven. Slechts 2% heeft ooit overwogen afstand te doen van het huisdier.
Vakantie en verzorging: het eigen netwerk als vangnet
Tijdens vakanties regelen de meeste mensen de zorg voor hun huisdier via familie, vrienden of buren (70%). Katten blijven meestal gewoon thuis (76%), terwijl honden juist vaker meegaan (38%) of naar een pension gaan (15%). Op doordeweekse dagen blijft 26% van de honden alleen thuis. Nog eens 26% krijgt hulp van familie, vrienden of buren en 5% van de honden gaat mee naar het werk. Opvallend: 11% van de huisdiereigenaren geeft aan niet op vakantie te gaan.
Dierenspeciaalzaak blijft centrale plek voor voer en verzorging
De dierenspeciaalzaak blijft het belangrijkste kanaal voor voer en dierbenodigdheden. 73% van de huishoudens koopt hier het hoofdvoer, 58% koopt er snacks en 59% dierbenodigdheden. Belangrijke redenen om te kiezen voor een dierenspeciaalzaak zijn het ruime assortiment (54%) en deskundig advies (53%). Voor 18% is een keurmerk voor dierenwelzijn een doorslaggevende factor. Vooral huishoudens met knaagdieren vinden een voorbeeldverblijf in de winkel belangrijk, zodat ze kunnen zien hoe de huisvesting van het dier eruit zou moeten zien.
Andere inzichten uit het onderzoek
- 44% van de huishoudens heeft een huisdier.
- Het aantal honden in Nederland is gedaald tot 1,7 miljoen (16% van de huishoudens).
- Katten worden vaker binnengehouden: 43% leeft volledig binnenshuis (2021: 37%).
- Slechts 67% van de katten is gechipt, ondanks de aanstaande chipverplichting.
- 69% van de honden- en 66% van de katteneigenaren geeft aan dat hun huisdier géén gezondheidsproblemen heeft.
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
NOOT VOOR DE REDACTIE:
Deze resultaten zijn afkomstig uit het jaarlijkse huisdierenonderzoek van Dibevo en NVG, uitgevoerd door Ipsos I&O onder ruim 4.000 Nederlanders.
Voor meer informatie
Gijs van den Assum, voorzitter Dibevo
tel: 033 – 455 04 33
e-mail: info@dibevo.nl
