Op 21 juli berichtten wij je over het Europees verkoopverbod op invasieve exoten. De Europese Commissie heeft naar ons oordeel op onjuiste gronden de exotenlijst vastgesteld. Inmiddels zijn wij twee weken verder en is door ons het besluit met het vergrootglas bestudeerd. Dat leidt tot het volgende.
Dibevo gaat formeel in beroep tegen het besluit van de Europese Commissie. Dat kon niet eerder, want een besluit moet eerst formeel genomen zijn, voordat je er tegen in kunt gaan. Dat beroep is mede gebaseerd op de motie die eerder door het Europees Parlement is aangenomen en waaraan Dibevo een bijdrage heeft geleverd. In die motie werd de Europese Commissie opgeroepen om de lijst op een aantal punten aan te passen. Maar wat democratisch door het Europees Parlement naar voren is gebracht in Brussel, is door de Europese Commissie terzijde geschoven.
Waanzin ten top
Daarnaast menen wij voldoende andere juridische argumenten te hebben om ons beroep te kunnen onderbouwen. Want het kan toch niet zo zijn, in onze ogen de waanzin ten top, dat landen waar een soort in de natuur voorkomt, bijvoorbeeld de waterhyacint, niet verplicht zijn de soort in hun land uit te roeien. De Europese Commissie stelt dat het land dan een ‘managementplan’ moet opstellen. Dit betekent dus dat het hebben en verkopen van de waterhyacint in Nederland wordt verboden, hoewel de soort geen enkel risico met zich meebrengt, maar dat de planten op de plaatsen waar ze een probleem vormen gewoon in de natuur mogen blijven. En dat terwijl een verbod belangrijke financiële gevolgen heeft voor Nederland. De jaarlijkse omzet van alleen al de waterhyacint in Nederland is enkele miljoenen. Een verbod hiervan kost mensen dus hun bedrijf en/of hun baan.
Over het vervolg houden wij je op de hoogte.