Dibevo heeft samen met andere brancheorganisaties aandacht gevraagd voor de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR). Dibevo wil graag dat (fiscale) regels rondom opvolging in het familiebedrijf worden versoepeld. Meer dan ooit is van belang dat hier aandacht voor komt, omdat het te vaak tot problemen leidt bij bedrijfsoverdracht. Bij voormalig informateur Mariëtte Hamer is aandacht gevraagd om de BOR op te nemen in de besprekingen over een nieuw kabinet.

Familiebedrijven die de aandelen in de loop der tijd hebben verdeeld binnen de familie, vallen namelijk buiten de regeling omdat die nu enkel uitgaat van het persoonlijk aandelenbezit. Het voorstel is om aan te sluiten bij de Europese benadering die uitgaat van het percentage aandelen dat in bezit is van de familie als geheel.

Ontwikkeling blijft achter

Een ander probleem is dat een onderneming tot 5 jaar na overname geen bedrijfsonderdelen mag afstoten om bijvoorbeeld andere onderdelen toe te voegen om zo de bedrijfsvoering aan te passen naar aanleiding van nieuwe ideeën of inzichten. De onderneming kan op deze manier veel minder snel meegaan met de ontwikkelingen in de markt. 

Duidelijkheid

Ondernemers willen bovendien vooraf meer duidelijkheid over de reële waarde van familiebedrijven en wat wel of juist niet behoort tot het ondernemingsvermogen. Maar er speelt meer. Ook in de uitvoering zijn er zaken te verbeteren. De interpretatie van regels leidt soms tot langdurige discussies met de Belastingdienst. Al dit soort zaken leveren te vaak knelpunten en onzekerheden op bij een bedrijfsoverdracht. 

Als die knelpunten kunnen worden opgelost en er ook nog eens een scherpere afbakening komt om onbedoelde situaties uit te sluiten, dan krijgt de BOR weer de waarde die het moet hebben. Namelijk een onbelemmerde voortzetting van het familiebedrijf.