Detailhandel Nederland verwacht dat er dit jaar 10.000 keer een winkelverbod zal worden opgelegd: een stijging van 10% ten opzichte van 2010. Een nieuw fenomeen is dat criminelen zich aan het winkelverbod willen onttrekken door te stellen geen Nederlands te spreken en dus niet te weten eraan gehouden te zijn.
Winkelier is geen tolk
Die gewiekstheid zet zelfs officiële instanties op het verkeerde been. Zo heeft een winkelier van de autoriteiten gehoord dat hij de crimineel in zijn eigen taal moest informeren over het verbod. Ook een recent vonnis lijkt te suggereren dat de winkelier enige vertaalplicht heeft. Detailhandel Nederland vreest dat criminelen het taalargument in de toekomst vaker gaan aangrijpen. “Van een winkelier kan niet verlangd worden dat hij het verbod vertaalt in misschien wel honderd talen.”
Tegenstanders van het winkelverbod voeren verder aan dat een winkelverbod ‘eigenrichting’ is. Dit is echter niet het geval. Herhaaldelijk hebben rechters overtreders van het winkelverbod veroordeeld voor lokaalvredebreuk (de winkelvariant van ‘huisvredebreuk’).
Waarschuwing
Detailhandel Nederland raadt winkeliers aan niet te wijken voor genoemde onzinargumenten. Wel luidt het advies extra alert te zijn op het naleven van de standaardvoorwaarden voor het winkelverbod: werk samen met politie, doe aangifte en informeer de dader, maar ga niet mee in een vermeende vertaalplicht. Sander van Golberdinge, secretaris Winkelcriminaliteit: “Winkeliers zien het als hun verantwoordelijkheid criminelen te informeren over de inhoud van het winkelverbod, maar het gaat te ver om dat in bijvoorbeeld het Swahili te doen.”
Bron: Detailhandel Nederland