Met het oog op de komende vakantieperiode, raadt de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) dringend af om (zwerf)dieren vanaf vakantieadressen mee te nemen. Deze dieren lopen het risico hondsdol te zijn. Met alle begrip voor de soms vreselijke omstandigheden waaronder dieren gevonden worden, is meenemen zeer onverstandig. Hondsdolheid kan betrekkelijk makkelijk van dier op mens overgedragen worden en is ook voor mensen dodelijk als de ziekte niet binnen 48 uur behandeld wordt.

Ook bij het meenemen van de eigen hond of kat moet het dier zijn gechipt, gevaccineerd en beschikken over de juiste reisdocumenten. Anders bestaat de mogelijkheid dat het huisdier bij terugkomst in Nederland wordt geweigerd. Zonder de juiste vaccinaties kan ook het huisdier van je klant in het buitenland hondsdolheid oplopen.

Hondsdolheid buiten EU

In Nederland en de Europese lidstaten komt hondsdolheid nog maar zelden voor. In de wereld daarentegen sterven jaarlijks tussen de 50.000 en 80.000 mensen aan hondsdolheid en worden zo’n 10 miljoen mensen behandeld omdat ze mogelijk met het hondsdolheidvirus in contact zijn gekomen.

Ook in een aantal landen niet ver buiten Europa (Marokko, Egypte en Turkije) komt hondsdolheid voor. Zelfs het aaien van wilde dieren en zwerfdieren vormt in deze landen een (mogelijk dodelijk) risico. Het meebrengen van zwerfdieren heeft meerdere keren gezorgd voor uitbraken van hondsdolheid in de EU. Voorbeelden zijn de uitbraken in 2011 en 2012 in Nederland (veroorzaakt door pups uit Marokko).

Regels

Het importeren van dieren van buiten Nederland en de EU is aan strenge regels gebonden. Het spontaan meenemen van een (zwerf)dier, zonder de benodigde papieren en controles, levert een groot risico het dier weer kwijt te raken. Bovendien riskeer je een boete.

Meer weten?

Op de website van het Landelijk InformatieCentrum Gezelschapsdieren (LICG) is uitgebreide informatie te vinden over hondsdolheid en andere dierziekten in het buitenland.