20 december 2018 | Dossier: Bedrijfsvoering, Personeel,

Nieuwe afspraken voor loondoorbetaling bij ziekte

Twee jaar lang loon blijven doorbetalen aan werknemers die ziek zijn: die verplichting hangt voor veel kleine ondernemers als een molensteen om hun nek. En daardoor twijfelen ze ook om mensen in vaste dienst te nemen. Daarom komen er maatregelen die het voor kleine werkgevers makkelijker, duidelijker en goedkoper maken om loon door te betalen bij ziekte. Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en de werkgeversorganisaties hebben hier afspraken over gemaakt.

Eind 2016 heeft Dibevo al aan de bel getrokken bij MKB-Nederland om de last rondom arbeidsongeschiktheid hoog op de agenda te zetten”, vertelt Dibevo-secretaris Henk van Houwelingen. “Met als resultaat dat MKB-Nederland sinds maart 2018 een duidelijke boodschap heeft laten horen, namelijk dat de plannen van het kabinet de prullenbak in moeten. Wij hebben nog steeds niet onze zin, maar dit is een stap in de goede richting.”

Infographic Afspraken loondoorbetaling


Ontlasten van kleine bedrijven

De afspraken, die worden vastgelegd in wet- en regelgeving en een convenant met verzekeraars, moeten met name kleine bedrijven ontlasten, zegt voorzitter Jacco Vonhof van MKB-Nederland. “Financieel, maar zeker ook bij de re-integratie van zieke werknemers. Ondernemers ervaren alle verantwoordelijkheden en verplichtingen rond de loondoorbetalingsplicht nu als een loden last. Het is bovendien een onzeker traject, omdat je als klein bedrijf met weinig ervaring en capaciteit nooit weet of je het 100% goed hebt gedaan. Dat alles gaan we met deze afspraken fors verbeteren, zonder dat daarmee de rechten van de zieke werknemer veranderen.”

Financiële tegemoetkoming

Ondernemers krijgen met ingang van 2021 een financiële tegemoetkoming in de kosten. Minister Koolmees trekt daar op jaarbasis 450 miljoen euro voor uit. Zodra het systeemtechnisch mogelijk is om het onderscheid te maken, krijgen alleen bedrijven tot 25 medewerkers nog compensatie in de vorm van een lagere (Aof)premie.

Belangrijk is ook, vindt Vonhof, dat het medisch advies van de bedrijfsarts wettelijk leidend wordt bij de toets op re-integratie inspanningen. “Als je dat hebt opgevolgd, kan het UWV je geen loonsanctie meer opleggen, zoals nu vaak gebeurt. Dat biedt ondernemers meer zekerheid." Ook krijgen bedrijven meer grip het tweede spoor (re-integratie buiten het eigen bedrijf) doordat ze kunnen vertrouwen op het advies dat de bedrijfsarts hierover geeft.