15 oktober 2020 | Dossier: Personeel,

Stapsgewijs het wettelijk minimumloon verhogen? Nu even niet!

Onlangs is er een initiatiefwetsvoorstel ingediend dat als einddoel heeft het wettelijk minimumloon (WML) stapsgewijs te verhogen tot het minimumloon 60% van het gemiddelde loon bedraagt. Daarvoor zou het minimumloon jaarlijks fors verhoogd worden, namelijk met stappen van 5% bovenop de reguliere indexatie. Dibevo vindt dat geen goed idee en wel om de volgende redenen.

Minimumloon


1. Coronacrisis

We bevinden ons op dit moment in een crisis en voornamelijk ondernemers worden hard geraakt. Het verhogen van de loonkosten voor werkgevers is nu simpelweg niet wenselijk. Daarnaast mag het verhogen van het WML goed zijn voor het herstel en behoud van de koopkracht, maar is tegelijkertijd het consumentenvertrouwen en de koopbereidheid bijzonder laag. We houden met andere woorden de hand op de knip, waardoor het onrealistisch is te denken dat het verhogen van de koopkracht direct leidt tot een stimulans van de economie.

2. Cao in de knel

We kunnen ons het jaar 2017 nog goed herinneren. Destijds werd het WML voor 18- tot en met 22-jarigen fors verhoogd. Door dit initiatiefwetsvoorstel dreigt het loongebouw opnieuw in de knel te komen en belanden we mogelijk in dezelfde discussies als drie jaar terug.

3. Geld rondpompen

In Nederland kennen we een complex en ronduit onoverzichtelijk systeem van toeslagen. Meer inkomen betekent daardoor meer belasting afdragen over dat inkomen. Doordat een hogere WML nauwelijks in de portemonnee gevoeld wordt, is er van koopkrachttoename simpelweg ook weinig sprake.

Toch begrijpen we de aanleiding voor dit initiatiefwetsvoorstel, namelijk: uit onderzoek van het Nibud in 2018 blijkt dat het minimumloon lang niet altijd voldoende is om een gezin fatsoenlijk van te kunnen onderhouden. Dat de overheid hier iets mee moet, staat buiten kijf. Daarom pleit Dibevo ervoor dat de loonongelijkheid verlaagd wordt door het verkleinen van de WIG, ofwel: verklein het verschil tussen de loonkosten voor werkgevers en het nettoloon dat de werknemer ontvangt, zodat de werknemer daadwerkelijk voelt dat werken loont.

4. Werkgevers betalen vaak al meer dan cao-loon

Uit datzelfde onderzoek komt niet alleen naar voren dat ‘onze’ cao zich prima kan meten met andere cao’s in de detailhandel, maar ook dat die werkgevers die dat kunnen ook daadwerkelijk meer betalen dan het cao-loon. Dus al met al is onze conclusie dat het niet wenselijk is dat de overheid op deze manier ingrijpt in de arbeidsverhoudingen tussen werkgever en werknemer in onze sector. 

Bovenstaande punten heeft Dibevo ingebracht als reactie op de internetconsultatie over het initiatiefwetsvoorstel met de titel Wet eerlijk inkomen.