Diervoeders moeten, net zoals levensmiddelen, in alle stadia van de productie, verwerking en distributie traceerbaar zijn. Dit is van belang voor het snel en doeltreffend kunnen beheersen van voedselveiligheidsrisico’s. Op 1 juli is een nieuwe beleidsregel ingegaan die diervoederbedrijven verplicht om op elk moment binnen 4 uur aan te kunnen tonen van wie producten zijn ontvangen en aan wie producten zijn geleverd.
Ook wordt in de beleidsregel vastgelegd welke gegevens voor de tracering tenminste moeten worden vastgelegd. Dit betekent dat binnen de 4 uur die geldt voor het in kennis stellen van de NVWA tevens de vereiste traceringsgegevens moeten worden aangeleverd.
Samen met de gehele diervoederbranche hebben wij om verruiming gevraagd wat betreft de voorgestelde 4 uur. Zeker voor bedrijven waarbij de productieprocessen niet continue doorlopen levert deze aanpassing meer werk en inspanning op. Helaas is hier geen gehoor aan gegeven.
Actieplan Voedselveiligheid
Uit het onderzoeksrapport van de commissie Sorgdrager over de fipronilcrisis (juni 2018) blijkt dat de aanlevering van de vereiste traceringsinformatie over de eierstromen aan de NVWA een van de hardnekkigste problemen vormde waarmee de NVWA te maken had. In het Actieplan Voedselveiligheid, dat is opgesteld naar aanleiding van het advies van de commissie Sorgdrager, zijn acties opgenomen om het systeem voor de borging van de voedselveiligheid te versterken.
Een van die acties was om te kijken of er op Europees niveau aanvullende richtlijnen voor de verplichting voor het traceren en terughalen van producten moest komen. Omdat dit op Europees niveau op korte termijn niet haalbaar bleek is gekeken naar mogelijkheden op nationaal niveau. De NVWA heeft vervolgens aangegeven dat er behoefte was aan meer duidelijkheid over de invulling van de begrippen ‘onmiddellijk’, ‘onverwijld’ en ‘snel’ die zijn opgenomen in de Europese wetgeving. Dit heeft uiteindelijk gezorgd voor de totstandkoming van de nieuwe beleidsregel.