Het coronavirus heeft grote impact op de non-food retail. Als we de Retail Postcorona impactanalyse van onderzoeksbureau Q&A mogen geloven was het afgelopen maanden kommer en kwel in de retail met daarbij de voorspelling dat het nog allemaal veel erger wordt. De onderzoekers hebben kennelijk niet goed gekeken naar de huisdierenretail, want daarin werden juist in coronatijd flinke omzetten behaald. Sommige dierenspeciaalzaken spraken in april zelfs van ‘drukker dan kerst en Black friday bij elkaar’.
Op initiatief van de Retailagenda is er een diepgaande impactanalyse gedaan naar de gevolgen van de coronacrisis op de non-food retail. Consumenten, retailers, vastgoedeigenaren en gemeenten is gevraagd naar hun verwachtingen voor de toekomst. Van die uitkomsten die het rapport schetst, word je niet vrolijk: omzetten kelderen, meer dan een kwart van de winkels verdwijnt en de leegstand stijgt naar 19%.
Meer huisdierenbezit
De retail in dierbenodigdheden behoort volgens het onderzoek samen met DHZ, tuin en huishoudelijk tot de ‘mild getroffen non-foodsectoren’. Die conclusie is in tegenspraak met wat Dibevo ziet bij haar leden – en dat ook uit andere bronnen wordt bevestigd – dat de verkoopontwikkeling in onze sector juist heel positief was. De coronamaatregelen leidden duidelijk tot meer huisdierenbezit maar dat niet alleen. Omdat veel mensen thuis waren, werden ook de dieren extra verwend met nieuwe spullen. Ook het toekomstperspectief is goed: veel dierbenodigdheden vallen immers onder de basisbehoeften waar een huisdier niet zonder kan.
De negatieve teneur van het rapport is vooral te wijten aan de kleding- en schoenenwinkels. Daar vielen inderdaad harde klappen met soms wel 60% omzetverlies. Je zou denken dat retailers in onze branche het rapport terzijde kunnen schuiven, maar toch zijn er ontwikkelingen die zorgelijk zijn voor winkelgebieden op zich.
Minder winkelend publiek in grote steden
De traffic, ofwel het aantal mensen dat winkelt in winkelgebieden, is fors terugelopen. Nu de drukte langzaam toeneemt, lijkt de fysieke winkelstraat weer in mooi vaarwater te komen, maar schijn bedriegt. In juli 2020 zaten de grote steden nog maar op zo’n 50 tot 60% van de normale traffic. De voorspelling is dat het oude niveau voorlopig niet gehaald gaat worden zolang er geen goed vaccin of medicijn is.
Kleinere gemeenten en buurtcentra (met een supermarkt) lopen daarentegen goed. Mensen blijven graag in de vertrouwde omgeving en winkelen het liefst op tijdstippen dat het in de winkel rustig is.
Online verkoop groeit
Door de coronacrisis is de groei van online verkopen in een grote stroomversnelling terechtgekomen. Door het vele thuiszijn hebben consumenten nog meer het gemak van online shoppen ervaren. Toch komt maar 8% van de totale omzet uit online verkopen. Bovendien is de groei van online voornamelijk terechtgekomen bij de pure players en grootwinkelbedrijven, en niet bij mkb’ers. Als een mogelijke oorzaak noemt het rapport dat sommige mkb-ondernemers minder goed vindbaar zijn online.
Lees ook: Winkelgebieden moeten voorbereid worden op de toekomst |
Een deel van de online groei is een definitieve verschuiving van fysieke omzet naar online omzet. Daarom wordt online zichtbaarheid van winkels steeds belangrijker.
Mensen gaan minder vaak winkelen
Zolang er geen goed vaccin of medicijn is, zullen consumenten 30% minder shoptrips gaan ondernemen, en dat geldt vooral voor de grotere steden met een regionale functie. Mensen gaan gerichter op pad en komen vaker alleen waardoor funshoppen afneemt. Winkelen in de eigen woonplaats heeft dan de voorkeur.
Veel winkelsluitingen verwacht, maar niet in onze branche
Veel retailers maken er het beste van en staan nu nog overeind, maar daar komt volgens het rapport snel verandering in. Verwacht wordt dat in het komend jaar zeker 15% van de non-food winkels zal verdwijnen, maar dat geldt niet voor de ‘mild getroffen sectoren’ waar ook de huisdierenretail onder valt: in die branches wordt een beperkt aantal tot geen winkelsluitingen verwacht.
Voorspeld wordt dat de leegstand gaat stijgen van 7 naar 19%. Daarom is het extra belangrijk dat er meer druk komt op goed retailbeleid.
Druk op huurprijzen
Huurprijzen voor retailvastgoed worden in Nederland voornamelijk gebaseerd op traffic. Aangezien die traffic fors is gedaald, zullen huurprijzen onder druk komen te staan. Het merendeel van de ondervraagde vastgoedpartijen verwacht dat de huurprijzen gemiddeld met 15% zullen dalen.
Ook wordt verwacht dat er in de komende periode meer kortere huurcontracten worden afgesloten en meer omzethuurcontracten. Bij omzethuurcontracten is de volledige huurprijs (of een deel daarvan) afhankelijk van de behaalde omzet of de winst van de huurder van het pand.