Steeds vaker klinkt de roep om één landelijk systeem dat alle gegevens over honden, katten en andere diergroepen samenbrengt. De gedachte: meer data leidt tot beter beleid en daarmee tot beter dierenwelzijn. Maar hoe haalbaar is dat eigenlijk en wat levert het op?

Drie groene hogescholen onderzochten in opdracht van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) of zo’n nationale monitoring mogelijk is. Hun conclusie: de techniek is er, maar samenwerking, vertrouwen, privacy en kosten zijn grote obstakels.
Dibevo: cijfers zijn er al
In het rapport wordt gesteld dat Nederland niet precies weet hoeveel huisdieren er zijn. Dat klopt deels, maar er is wél degelijk een goed beeld, benadrukt Dibevo. Het huisdierenonderzoek dat Dibevo samen met de NVG uitvoert, is geen schatting, maar gebaseerd op representatief consumentenonderzoek door een gerenommeerd onderzoeksbureau. De uitkomsten geven ondernemers, overheid en branchepartijen al jarenlang een betrouwbaar beeld van de huisdierenpopulatie in Nederland. Voldoende nauwkeurig om trends te volgen en beleid te onderbouwen.
Inzicht is goed, maar wat draagt het bij?
Dibevo onderschrijft het belang van betrouwbare informatie over aantallen en herkomst van dieren. Maar de vraag is of een nieuw landelijk systeem echt bijdraagt aan beter dierenwelzijn, of vooral extra administratie oplevert. Een nationale huisdierenmonitor vraagt om forse investeringen, terwijl de bestaande cijfers al een solide basis bieden voor beleid, toezicht en bewustwording.
Tot dezelfde conclusie komt ook het ministerie van LVVN. Het ministerie ziet de meerwaarde van één betrouwbaar systeem, maar start geen vervolgonderzoek. De reden: de verwachte hoge kosten en de moeilijkheid om data van commerciële en niet-commerciële partijen te koppelen. Bovendien dragen de te verwachten resultaten op korte termijn niet direct bij aan de beleidsdoelen.
- - -
Download het volledige rapport ‘Feiten & Cijfers Gezelschapsdieren’